November 2016
23

Je gaat samen met je partner een woning kopen. Spannend! Het is belangrijk, dat jullie goede afspraken met elkaar maken en die ook vastleggen. Voor nu èn voor later! Als jullie meteen alles goed regelen dan komen jullie in de toekomst niet voor nare verrassingen te staan!

Welke afspraken er vastgelegd moeten worden hangt af van jullie samenlevingsvorm:

  • jullie wonen ongehuwd samen
  • jullie zijn getrouwd in gemeenschap van goederen
  • jullie zijn getrouwd op basis van huwelijkse voorwaarden
  • jullie hebben een geregistreerd partnerschap met of zonder partnerschapsvoorwaarden

Jullie wonen ongehuwd samen

SamenwonenWoon je met je partner ongehuwd samen? Voor de wet zijn jullie dan vreemden van elkaar en hebben jullie geen relatie.

Gaat je partner een lening aan? Dan kan de kredietverstrekker jou niet aanspreken op het nakomen van de overeenkomst. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde. Jullie rechtshandelingen zijn gescheiden van elkaar.

Voor ongehuwd samenwonenden zijn er geen wettelijke bepalingen voor als jullie uit elkaar gaan, een van jullie een schenking krijgt of komt te overlijden. Overlijdt je partner? Dan erf je helemaal niets als jullie niets geregeld hebben. Hetzelfde geldt voor je partner.

Daarom doen jullie er verstandig aan om bepaalde financiële afspraken goed vast te leggen. Bij een notaris kun je bijvoorbeeld bepaalde afspraken vastleggen in een notariële samenlevingsovereenkomst en een testament.

Eigendomsverhouding
Je woont met je partner samen. Jullie hebben géén geregistreerd partnerschap en jullie zijn ook niet getrouwd. Dan is er geen sprake van boedelmening.

Voorbeeld: Je trekt bij je partner in, die een koopwoning heeft. Je partner was al de eigenaar van de woning. Dat blijft zo.

Koop je samen met je partner een woning? Dan is er een eigendomsverhouding.

Voorbeeld: Samen met je partner koop je een woning. Jullie besluiten dat jullie beiden voor 50% eigenaar van de woning worden. Deze verdeling blijft zo.

Overlijden van je partner
Heb je samen met je partner een woning gekocht? Als een van jullie overlijdt, dan gaat het ‘eigenaarsgedeelte’ van de woning naar de wettelijke erfgenamen. Dat is dus bijvoorbeeld 50% van de woning.

Wettelijk gezien is je partner niet je erfgenaam. Daarom is het belangrijk dat je bepaalde dingen regelt in een (notariële) samenlevingsovereenkomst en een testament. Als je niets regelt, dan zijn de familieleden van de overledene de erfgenamen. Bijvoorbeeld de kinderen en de ouders. Zij erven dan de helft van de woning waar jij ook voor de helft eigenaar van bent!

Voorbeeld: je koopt samen met je partner een woning. Jullie zijn beiden voor de helft eigenaar. Je partner overlijdt en zijn familieleden erven de helft van jullie woning. Als je in de woning wilt blijven wonen moet je de familieleden van je partner uitkopen. Dat moet je dan wel kunnen betalen met jouw inkomsten. Bovendien moeten de familieleden van je partner meewerken.

Als je jullie samenleving netjes notarieel geregeld hebt, kun je recht hebben op een nabestaandenpensioen uit de pensioenregeling van je partner. In het jaaroverzicht van de pensioenregeling van je partner kun je vinden of je recht hebt op een nabestaandenpensioen als je partner overlijdt.

Regelen jullie niets? Dan bestaat er een kans dat je het nabestaandenpensioen niet krijgt, terwijl je er misschien wel recht op had gehad als jullie de samenleving goed (notarieel) vastgelegd hadden. Bij sommige pensioenverzekeraars moet je jullie samenleving trouwens ook nog even melden.

Samenlevingsovereenkomst
Je kunt ervoor kiezen om zelf of via de notaris een samenlevingsovereenkomst af te sluiten. Of je het zelf of via de notaris regelt maakt voor de rechtsgeldigheid van de samenlevingsovereenkomst niets uit. Alleen kan het zo zijn dat een pensioenverzekeraar bijvoorbeeld alleen maar een notariële samenlevingsovereenkomst accepteert bij het uitkeren van een nabestaandenpensioen. Een testament kun je alleen maar via een notaris regelen.

Je regelt belangrijke zaken rondom jullie samenleving in een samenlevingsovereenkomst. Bijvoorbeeld:

  • de datum waarop jullie zijn gaan samenwonen
  • het eigendom van verschillende goederen: van wie zijn bepaalde goederen en wat moet ermee gebeuren als jullie uit elkaar gaan of als een van jullie komt te overlijden;
  • een verdeling van de kosten van jullie huishouding;
  • wat de gevolgen zijn als jullie de samenlevingsovereenkomst willen beëindigen;
  • afspraken rondom de betaling van premies voor levensverzekeringen en pensioenen.

*Verblijvingsbeding * Met een verblijvingsbeding regel je dat de woning aan één van jullie wordt toebedeeld als jullie uit elkaar gaan of als een van jullie komt te overlijden. Een verblijvingsbeding kun je alleen gebruiken voor een woning die jullie samen gekocht hebben.

Stel dat je overlijdt. Jouw aandeel van de woning valt dan in je nalatenschap. Een nalatenschap is alles wat je na je dood nalaat voor je erfgenamen. Jouw erfgenamen (je familieleden) zijn dan verplicht om de woning aan je partner te geven. Andersom geldt natuurlijk precies hetzelfde.

Heb jij een woning gekocht en trekt je partner bij jou in? Dan kun je de woning alleen aan je partner nalaten via een testament.

*Overnamebeding * In een overnamebeding regel je, dat je de woning van je partner na diens overlijden kunt overnemen. Bijvoorbeeld een woning waar jullie samen in wonen, maar waar je partner de eigenaar van is.

Jullie kunnen wel afspreken, dat de partner die de woning overneemt hiervoor een bedrag aan de erfgenamen van de overleden partner betaalt. De hoogte van dit bedrag kunnen jullie vooraf ook al vastleggen.

Zijn jullie beiden voor de helft eigenaar van de woning? Dan erven de wettelijke erfgenamen in principe de helft van de woning. Je kunt dan afspreken in jullie samenlevingsovereenkomst dat de overblijvende partner het recht heeft om de andere helft van de woning over te nemen. Dit regel je dus ook met een overnamebeding.

Je moet natuurlijk wel over voldoende inkomsten en/of eigen geld beschikken om de andere helft van de woning daadwerkelijk over te kunnen nemen.

Einde van jullie samenleving
Beëindigen jullie de samenlevingsovereenkomst? Dan hoeven jullie – normaal gesproken - geen alimentatie aan elkaar te betalen. Gebruikelijk is dat de goederen die jullie samen gekocht hebben verdelen. Jullie zijn namelijk samen eigenaar van deze goederen.

Jullie zijn getrouwd

Huwelijk in gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden

Als jullie trouwen moeten jullie voor de wet in principe allebei 18 jaar oud zijn (er zijn een paar uitzonderingssituaties mogelijk). Bij het huwelijk gaan jullie bepaalde verplichtingen jegens elkaar aan. Volgens de wet moeten jullie trouw zijn, hulp en bijstand bieden.

Jullie hebben een onderhoudsplicht. Dit betekent dat jullie elkaar in levensonderhoud moeten voorzien (voor zover dit mogelijk is natuurlijk). De huishoudkosten moeten jullie betalen vanuit jullie gezamenlijke huishoudinkomen. Daarnaast zijn jullie allebei verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van jullie kinderen.

De meeste mensen trouwen in gemeenschap van goederen. Vanaf het moment dat jullie getrouwd zijn worden jullie in principe allebei eigenaar van al jullie gezamenlijke goederen, vermogen en schulden.

Voorbeeld: op het moment dat jullie trouwen bezit jij een eigen woning. Je partner heeft geen eigen woning, maar wel een flinke spaarrekening. Door jullie huwelijk worden de woning en de spaarrekening van jullie samen. Er zijn een paar uitzonderingen mogelijk. Daardoor kunnen jullie naast jullie gezamenlijke vermogen ook allebei nog een privévermogen hebben.

Als jullie onder huwelijkse voorwaarden trouwen kunnen jullie afwijkende afspraken maken. Bijvoorbeeld dat de woning van jou blijft en de spaarrekening van je partner.

Privévermogen bij huwelijk in gemeenschap van goederen

Als jullie in gemeenschap van goederen trouwen, dan worden al jullie eigendommen van jullie samen. Er zijn een paar uitzonderingen, waardoor jullie toch allebei over een privévermogen kunnen beschikken.

*Uitsluitingsclausule * In een testament en in een schenkingsovereenkomst kun je vastleggen, dat een schenking of een erfenis buiten het gemeenschappelijke vermogen van getrouwde partners blijft. De erfenis of schenking blijft dan van de partner die de erfenis of schenking ontvangen heeft. Degene die de erfenis nalaat of de schenking doet moet dit regelen in de schenkingsovereenkomst of een testament.

*Voorbeeld: je bent met je partner in gemeenschap van goederen getrouwd. De vader van je partner komt plotseling te overlijden. Je partner erft daardoor een bedrag van € 165.000,-. Omdat de vader van je partner in zijn testament een uitsluitingsclausule heeft opgenomen, krijgt je partner € 165.000,- aan privévermogen. Het geld van de erfenis is en blijft van je partner. Besluiten jullie om te scheiden? Jullie verdelen dan samen jullie vermogen. Het privévermogen van je partner blijft buiten de verdeling. *

Er kan sprake zijn van een harde en een zachte uitsluitingsclausule. Bij een zachte uitsluitingsclausule valt een schenking – bijvoorbeeld – na het overlijden van degene die de schenking ontvangen heeft in de nalatenschap van die persoon. Bij een harde uitsluitingsclausule gaat het bedrag na overlijden terug naar de schenker.

*Verknochte goederen * Verknochte goederen zijn goederen, die op een bijzondere manier aan een van de partners zijn verbonden. Ze kunnen daarom niet gemeenschappelijk zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het recht op alimentatie, smartengeld na een ongeval en een invaliditeitspensioen.

Pensioenrechten
Een pensioenrecht is in principe een verknocht goed. Je hebt een recht opgebouwd om pensioen te krijgen. De pensioeninkomsten die jullie ontvangen vallen vervolgens wel in jullie gemeenschappelijke vermogen. Gedurende jullie huwelijk profiteren jullie dus samen van het pensioen dat jullie allebei opgebouwd hebben.

Als jullie scheiden en één van jullie heeft tijdens jullie huwelijk niet gewerkt, dan heeft die persoon geen pensioenrechten opgebouwd. Ter bescherming van de niet-werkende partner, is wettelijk geregeld dat er een pensioenverdeling plaatsvindt als jullie besluiten te scheiden. Dit betekent dat het ouderdomspensioen dat tijdens de huwelijksperiode opgebouwd is verdeeld wordt.

De wetgever is namelijk van mening dat de pensioenrechten die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd ook tot stand zijn gekomen door de steun van de niet-werkende partner. Via huwelijkse voorwaarden en een echtscheidingsconvenant is het wel mogelijk om af te wijken van deze wettelijke pensioenverdeling.

Huwelijkse voorwaarden
Als jullie gaan trouwen, kunnen jullie dit op basis van huwelijkse voorwaarden doen. Jullie gaan daarvoor naar een notaris, die de huwelijkse voorwaarden opmaakt en inschrijft bij het openbare huwelijksgoederenregister.

Tijdens het huwelijk kunnen jullie ook nog huwelijkse voorwaarden op laten stellen. Er is wel een verschil, want jullie blijven samen aansprakelijk voor de schulden die er al zijn op het moment dat de notaris jullie huwelijkse voorwaarden bij het openbare huwelijksgoederenregister inschrijft.

*Uitsluiting van iedere gemeenschap * Er zijn verschillende variaties van huwelijkse voorwaarden. Bij ‘uitsluiting van iedere gemeenschap’ is er geen gemeenschappelijk vermogen. Dit wordt ook wel koude uitsluiting genoemd.

Jullie hebben beiden in eerste instantie alleen een privévermogen. Daardoor zijn jullie ook niet aansprakelijk voor elkaars schulden. Jullie zijn wel beiden aansprakelijk voor de schulden die jullie aangegaan zijn voor de dagelijkse gang van het huishouden. Als er vorderingen op deze schulden ontstaan, dan kunnen die op allebei jullie privévermogens worden verhaald. Als er zwaarwegende redenen zijn, kan de rechtbank deze aansprakelijkheid wel voor één van de echtgenoten opschorten.

Bij de notariële akte van jullie huwelijk is een beschrijving opgenomen van welke partner de goederen zijn. Nadat een notaris de akte opgesteld heeft kopen jullie natuurlijk nog wel eens nieuwe goederen. Je moet de lijst van goederen aan laten passen, als deze goederen aan één van jullie moeten worden toebedeeld. Is bij een scheiding niet duidelijk tot welk privévermogen een goed hoort? Dan wordt ervan uitgegaan dat jullie allebei voor de helft van dat goed eigenaar zijn.

Op deze manier kan tijdens jullie huwelijk dus toch een vorm van gemeenschappelijk vermogen ontstaan. Bij een scheiding moeten jullie alles wat bij jullie ‘gemeenschappelijke vermogen’ hoort verdelen. Komt er een schuldeiser voor één van de partners en is er tijdens jullie huwelijk een gemeenschappelijk vermogen ontstaan? Dan kan die schuldeiser de schuld verhalen op jullie ‘gemeenschappelijke vermogen’.

*Het opnemen van een verrekenbeding * Omdat het vaak lastig is om het inkomen en vermogen volledig te scheiden, kunnen jullie een verrekenbeding opnemen in de huwelijkse voorwaarden. Met een verrekenbeding maak je afspraken over een tussentijdse verrekening van jullie inkomen en vermogen. Ook kun je met een verrekenbeding afspraken maken over de eindafrekening als jullie gaan scheiden of als één van jullie overlijdt.

Jullie leggen vast wat jullie allemaal tussentijds en aan het einde van jullie huwelijk verrekenen. Bijvoorbeeld:

  • jullie inkomen uit arbeid
  • iedere vorm van inkomsten
  • winst van een bedrijf (met een beschrijving van wat hieronder verstaan wordt)

Er zijn verschillende soorten verrekenbedingen. Als er sprake is van een periodieke of tussentijdse verrekening dan verrekenen jullie meestal alleen inkomen. De tussentijdse verrekening vindt dan bijvoorbeeld aan het einde van ieder kalenderjaar plaats.

Ook kan er sprake zijn van een finale verrekening aan het einde van jullie huwelijk. Bij een finaal verrekenbeding wordt er meestal alleen vermogen verdeeld. Denk hierbij aan het geld op spaarrekeningen en de eigen woning. Bij de verrekening wordt gedaan alsof jullie in gemeenschap van goederen getrouwd waren.

Er zijn verschillende soorten verrekenbedingen. Je kunt je het beste door een notaris laten adviseren over het opnemen van een verrekenbeding in jullie huwelijkse voorwaarden. Er zijn namelijk nogal wat fiscale consequenties. Met een finaal verrekenbeding kun je er bijvoorbeeld voor zorgen dat er na overlijden minder successierechten (belasting) betaald hoeven te worden door de overblijvende partner. Bij echtscheiding voorkom je door opname van een verrekenbeding dat er schenkingsrechten en/of overdrachtsbelasting betaald moeten worden.

Het toestemmingsvereiste
Als je getrouwd bent, dan moet je rekening houden met een toestemmingsvereiste. Door dit toestemmingsvereiste moeten jullie bij bepaalde beslissingen allebei toestemming geven. Zo moeten jullie allebei toestemming geven om de echtelijke woning te verkopen, te verhuren of er een hypotheek voor af te sluiten.

Als je een schenking wilt doen of borg wilt staan voor de hypotheek van een kind, dan moet je partner hiermee instemmen. Óók als dat kind alleen van jou is en niet van je partner!

Je partner overlijdt
Bij een huwelijk in gemeenschap van goederen is eigenlijk de ene helft van de woning van jou en de andere helft van je partner. Overlijdt de partner waarmee je getrouwd bent? Dan valt de helft van jullie woning in de nalatenschap. Dat deel van de woning van de woning was immers van je partner. De nalatenschap bestaat uit alles wat je partner na de dood achterlaat.

De langstlevende partner krijgt de woning in eigendom, tenzij in een testament iets anders afgesproken is. Getrouwden zijn verplicht om voor elkaar te zorgen. Daarover zijn er wettelijke regels in het erfrecht vastgelegd. Zelfs als je partner jou via een testament onterfd heeft. Na het overlijden van je partner mag je dan gewoon in de woning blijven wonen. Dit recht op vruchtgebruik geldt tot jouw overlijden.

Hoofdelijke aansprakelijkheid bij hypotheek
Als jullie getrouwd zijn dan vallen in principe al jullie schulden binnen de gemeenschap. Het gaat om schulden die er voor jullie huwelijk al waren en schulden, die tijdens jullie huwelijk ontstaan zijn.

Soms is er een schuld die wel binnen de gemeenschap valt, maar die door één partner is aangegaan. In dat geval is alleen de partner die de schuld is aangegaan aansprakelijk voor die schuld.

Schulden die binnen de gemeenschap vallen kunnen verhaald worden op de goederen van de gemeenschap. De schulden kunnen daarnaast ook verhaald worden op een privévermogen van degene die de schuld aangegaan is.

Dat is dan ook de reden waarom een hypotheekverstrekker altijd wil dat jullie allebei de hypotheek aangaan. Óók als jullie op basis van huwelijkse voorwaarden getrouwd zijn. Kunnen jullie de hypotheeklasten niet meer betalen? Dan kan de hypotheekverstrekker jullie hypotheekschuld gaan verhalen op jullie gemeenschappelijke vermogen èn jullie beide privévermogens. Jullie zijn dan namelijk allebei hoofdelijk aansprakelijk voor jullie hypotheekschuld.

Zijn jullie trouwens schulden aangegaan die noodzakelijk waren voor de normale gang van jullie huishouding? Dan zijn jullie altijd allebei hoofdelijk aansprakelijk voor deze schulden. Het maakt dan niet uit wie van jullie de schuld aangegaan is.

Jullie gaan scheiden
Als jullie besluiten om te gaan scheiden dan moeten jullie rekening houden met het huwelijksvermogensrecht. Op het moment dat jullie een scheidingsaanvraag bij de rechtbank indienen dan wordt jullie ‘gemeenschap’ ontbonden. Één van jullie kan ook de scheidingsaanvraag indienen. Gaat je partner nieuwe schulden aan, nadat de scheidingsaanvraag is ingediend? Dan kun je voor die nieuwe schulden niet meer aansprakelijk gesteld worden.

In gemeenschap van goederen trouwen vanaf 1 januari 2017
Op dit moment trouwen de meeste mensen in gemeenschap van goederen. Al jullie bezittingen (woningen, spaargeld, etc.) en schulden worden dan in jullie gemeenschappelijke vermogen samengevoegd. Als je dat niet wil, dan moeten jullie op basis van huwelijkse voorwaarden trouwen en daarbij een verdeling vast laten leggen door een notaris.

Willen jullie schenkingen en erfenissen ook buiten jullie gemeenschappelijke vermogen houden? Dan moet degene die de erfenis aan één van jullie nalaat of een schenking aan één van jullie wil doen, een uitsluitingsclausule opnemen in een testament of een schenkingsakte.

De Tweede Kamer heeft op 19 april 2016 een nieuwe wet aangenomen. Als de Eerste Kamer de nieuwe wet aanneemt dan verandert vanaf 1 januari 2017 wat er allemaal onder het gemeenschappelijke vermogen valt.

Ontvangt één van jullie dan een erfenis of schenking? Dan valt die erfenis of schenking niet meer automatisch in jullie huwelijksgemeenschap. Dat geldt ook voor alle bezittingen en schulden die jullie op het moment van jullie huwelijk al hebben. De goederen die jullie al samen hebben gaan dan uiteraard wel tot jullie huwelijksgemeenschap horen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een woning die jullie samen gekocht hebben.

Als jullie hiervan af willen wijken, dan moeten jullie huwelijkse voorwaarden op laten stellen. De nieuwe wet kan fiscale consequenties hebben voor de hoogte van de te betalen erfbelasting als een van jullie overlijdt. Dus het is wel verstandig om jullie goed door een gespecialiseerde notaris te laten adviseren.

Jullie hebben een geregistreerd partnerschap

Een geregistreerd partnerschap is in Nederland gelijkwaardig aan een huwelijk. Bij een geregistreerd partnerschap gaan jullie ongeveer dezelfde rechten en verplichtingen jegens elkaar aan.

Om een geregistreerd partnerschap met elkaar aan te kunnen gaan moeten jullie allebei 18 jaar oud zijn (er zijn enkele uitzonderingssituaties mogelijk). Jullie gaan een onderhoudsplicht jegens elkaar aan. Dit betekent dat jullie elkaar in levensonderhoud moeten voorzien (voor zover dit mogelijk is). Bij een geregistreerd partnerschap is het toestemmingsvereiste ook van toepassing.

Je kunt kiezen uit een ‘gewoon’ geregistreerd partnerschap en een geregistreerd partnerschap met partnerschapsvoorwaarden.

Er zijn wel wat verschillen met het huwelijk:

  • Als je als getrouwd stel een kind krijgt heeft het kind automatisch familiebanden met de vader en de moeder. Bij een geregistreerd partnerschap moet de vader het kind eerst officieel erkennen. Daarna wordt de vader pas juridisch de vader van het kind.
  • Als je geen minderjarige kinderen hebt, dan kun je een geregistreerd partnerschap beëindigen zonder dat je daarvoor naar de rechter hoeft. Een getrouwd stel moet een scheiding altijd via een rechter regelen.
  • Bij een geregistreerd partnerschap kun je niet van tafel en bed scheiden. Bij een huwelijk kan dat wel. Als je van tafel en bed scheidt dan leef je gescheiden van elkaar (jullie delen geen tafel en bed meer). Het komt erop neer, dat jullie nog wel getrouwd zijn, maar apart van elkaar leven.
  • Een huwelijk wordt in het buitenland erkend. Dat geldt meestal niet voor een geregistreerd partnerschap.
  • Een huwelijk kun je in de kerk laten inzegenen. Bij een geregistreerd partnerschap is dat meestal niet mogelijk.

Fiscale Partners

Heb je een fiscale partner? Dan doen jullie in principe samen de belastingaangifte. Gehuwden en stellen met een geregistreerd partnerschap zijn automatisch fiscale partners van elkaar.

Samenwoners moeten voor het fiscale partnerschap aan bepaalde voorwaarden voldoen: De eerste voorwaarde is dat jullie op hetzelfde adres zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA).

Is dat het geval? Dan moeten jullie daarnaast nog aan minimaal één van de volgende voorwaarden voldoen:

  • Jullie hebben een notariële samenlevingsovereenkomst.
  • Jullie hebben samen een kind (een kind van jullie samen óf een inwonend kind van één van jullie).
  • Jullie zijn voor een pensioenregeling als partners aangemeld.
  • Jullie zijn samen eigenaar van een eigen woning. Deze eigen woning is jullie hoofdverblijf.

Hebben jullie een fiscaal partnerschap? Dan kunnen jullie bij de jaarlijkse belastingaangifte schuiven met bepaalde inkomsten- en aftrekposten. Jullie kunnen dus van bepaalde posten kiezen bij wie die opgegeven moeten worden. Een voorbeeld van een ‘schuifbare post’ is het inkomen uit de eigen woning (betaalde rente minus het eigenwoningforfait).

De wetgever vindt dat je extra ‘geniet’ als je een eigen woning bezit. Voor dit extra genot betaal je belasting. Deze belasting heet het eigenwoningforfait. Het eigenwoningforfait is een percentage van de waarde van de eigen woning. Voor de meeste woningen geldt een percentage van 0,6% in 2016. Het eigenwoningforfait wordt afgeleid van de WOZ-waarde, die je ieder jaar in januari van je gemeente ontvangt als je een eigen woning hebt.

Jullie kunnen dus zelf schuiven met deze posten als jullie maar 100% van de inkomsten aangeven. Als jullie de inkomsten uit de eigen woning aangeven bij de partner die het meest verdient, profiteren jullie het meest van de fiscale mogelijkheden.

Als ongehuwd samenwoners halverwege een kalenderjaar aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap gaan voldoen dan kunnen zij kiezen of zij voor dat gehele jaar al fiscale partners willen zijn. Voorwaarde is wel dat jullie gedurende het gehele kalenderjaar op hetzelfde woonadres ingeschreven zijn geweest.

Het fiscale partnerschap van samenwoners eindigt als zij niet meer aan de voorwaarden voldoen. Bij gehuwde fiscale partners of fiscale partners met een geregistreerd partnerschap is dat anders. Het fiscale partnerschap eindigt dan pas als beide fiscale partners niet meer op hetzelfde adres staan ingeschreven. Daarnaast moeten zij ook nog een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed bij de rechtbank hebben ingediend.

Terug 502 keer bekeken