De instantie die beginnende huizenkopers helpt een woning te kopen met Starterslening, pleit voor het verder invoeren van de landelijke budgetten voor de Starterslening. Door de revolverende werking van de Starterslening zou de Rijksoverheid met een storting van 600 miljoen euro in het Starterslening fonds de woningmarkt en de bouw een boost kunnen geven van minstens 3 miljard euro.
Na het dieptepunt van de daling van het aantal woningverkopen in het 3e kwartaal van 2012 is het terug investeren in de Starterslening een veilig financieel instrument voor de Rijksoverheid om de woningmarkt en de bouw weer op gang te helpen. Met een storting van 600 miljoen euro in het Starterslening fonds worden zo'n 20.000 verhuisbewegingen veroorzaakt, wat de Rijksoverheid alleen al 60 miljoen euro overdrachtsbelasting oplevert bij een doorsnee start.
Het instrument, wat een tijdelijke subsidie op de hypotheekrente betreft, heeft zich eerder bewezen en voldoet aan de normen voor veilige en verantwoorde hypotheekverstrekking met Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De landelijke budgetten voor de Starterslening waren medio mei 2010 opgeraakt, waardoor toen de helft van de beschikbare fondsen wegvielen. Een aantal gemeenten is desondanks met eigen fondsen doorgegaan met het verstrekken van een Starterslening aan beginnende huizenkopers, wat een groot succes is gebleken. Door de landelijke budgetten vanuit de Rijksoverheid weer aan te vullen kunnen meer gemeenten de Starterslening voeren en kunnen er per gemeente meer Startersleningen worden verstrekt.
De Starterslening betreft een renteloze hypotheeklening waarmee de huizenkoper tot 20% meer kan lenen, wat de woonlasten betaalbaar maakt conform de financiële draagkracht van de starter. Hierdoor wordt het kopen van een eerste eigen woning bereikbaar voor mensen, die zonder Starterslening net niet een huis kunnen kopen. De gesubsidieerde hypotheekrente wordt afgebouwd zodra de starter de hele hypotheek op eigen kracht kan betalen. Het geleende geld komt via zijn revolverende werking altijd weer terug bij de gemeente en Rijksoverheid, waardoor de volgende starter geholpen kan worden.
Aangezien koopstarters met de Starterslening een betaalbare woning kunnen betrekken, komt de woningmarkt weer op gang, ook door het aantal verhuisbewegingen dat hierop volgt. Aanvulling van de overheidsbudgetten voor de Starterslening lijkt dus het beste middel in de strijd tegen het oplossen van de economische crisis, en in het bijzonder de vastzittende woningmarkt en de bouw.