Wat is inflatie?

De afgelopen jaren was er continu sprake van inflatie. Inflatie betekent dat de hoeveelheid geld, die in omloop is, toeneemt. De waarde van het geld neemt daardoor voortdurend af. Door inflatie kun je dus steeds minder kopen voor hetzelfde geld. Je levensonderhoud wordt door inflatie duurder. Bijvoorbeeld je kosten voor kleding, voedsel, benzine en elektriciteit.

Wat is prijsinflatie?

Bij prijsinflatie stijgen de prijzen. Door het stijgen van de prijzen heb je meer geld nodig om hetzelfde te kunnen kopen. Prijsinflatie ontstaat o.a. door een toename van de hoeveelheid geld die in omloop is en het doorberekenen van gestegen kosten in de prijzen. Maar ook als er een grote vraag is naar bepaalde goederen en het aanbod ervan is klein, kunnen de prijzen flink stijgen. Dat is wat er momenteel bijvoorbeeld gebeurt op de huizenmarkt.

Het prijsinflatiecijfer is een gewogen gemiddeld op basis van de prijsstijgingen van verschillende producten. Niet alle producten zijn goedkoper geworden. Benzine, vakanties en vliegtickets zijn bijvoorbeeld goedkoper geworden, terwijl kleding een beetje duurder is geworden. Lage inflatie positief voor de economie

Als je een prijsstijging verwacht, wil je je aankoop natuurlijk niet te lang uitstellen. En dat motiveert om sneller een krediet af te sluiten en een goed te kopen. Bijvoorbeeld een auto of een woning. Hoe meer geld banken uitlenen hoe meer geld er in omloop komt. Doordat mensen meer geld hebben om uit te geven, kan de vraag naar bepaalde goederen toenemen. Als niet aan deze vraag kan worden voldaan zullen de prijzen van deze goederen waarschijnlijk stijgen.

Voor de economie is het gunstig als mensen geld uitgeven. Het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) is er daarom op gericht om prijsstabiliteit te creëren. De ECB zorgt ervoor dat de inflatie binnen bepaalde marges blijft (minder dan 2%).

Wat betekent inflatie voor je portemonnee?

Een hoge inflatie is voor je spaargeld niet zo fijn. Stel dat je voor je saldo op je spaarrekening een rentetarief van 3% ontvangt, maar de inflatie bedraagt 3,5%. Je spaargeld wordt dan steeds minder waard. Je kunt je geld dan misschien beter op een andere manier investeren. Bijvoorbeeld in je woning. Heb je een hypotheek of een consumptieve lening? Bij inflatie wordt je schuld juist steeds minder waard. Heb je een vast rentetarief? Dan ga je dus relatief steeds minder betalen voor je lening.

Voor je koopkracht is het positief als je inkomen geïndexeerd wordt met het inflatiepercentage. Je inkomen gaat omhoog, terwijl dat de hoogte van je lening gelijk blijft. Als er een inflatiecorrectie plaatsvindt, dan worden prijzen en (belasting)tarieven aangepast aan de prijsinflatie. Het effect van inflatie is dan minder groot.

Waardoor is het inflatiepercentage gedaald?

Volgens het CBS is de belangrijkste verklaring van de daling van het inflatiepercentage, dat de prijzen voor huurwoningen sterker zijn gestegen dan het inflatiepercentage. In juli 2015 stegen de huurprijzen met 2,4%. In juli 2016 zijn de huurprijzen met 1,8% gestegen. Bovendien werden de prijzen voor autobrandstoffen, telefoon, energie en voedingsmiddelen lager. De huurprijzen zijn een belangrijke factor bij het bepalen van het inflatiepercentage.

Wanneer is er sprake van deflatie?

Deflatie is eigenlijk het omgekeerde van inflatie. De prijzen dalen en daardoor kun je steeds meer kopen voor hetzelfde geld. Als je een prijsdaling verwacht zal je je aankoop waarschijnlijk uitstellen, want je wilt natuurlijk niet teveel betalen. Bij deflatie dalen ook de woningprijzen en de lonen. Deflatie remt daardoor de economie. Van deflatie is er in Nederland nog geen sprake.