Bij een aflossingsvrije hypotheek los je tijdens de looptijd niets af. Aan het einde van de looptijd moet je de volledige hypotheekschuld ineens aflossen. Je kunt wel ieder kalenderjaar op eigen initiatief een boetevrije aflossing doen. Meestal is dat 10% - 20% van het bedrag van je oorspronkelijke hypotheekschuld.

VEH heeft berekend dat zo’n 16% van 2 miljoen huiseigenaren zich flinke zorgen maakt over de aflossing van de aflossingsvrije hypotheek. Omgerekend gaat dit om 320.000 woningeigenaren. Voor het onderzoek zijn 1100 leden van de vereniging met een aflossingsvrije hypotheek ondervraagd.

Wat kun je doen?

Je kunt verschillende dingen doen. Je kunt je aflossingsvrije hypotheek bijvoorbeeld omzetten naar een andere aflosvorm waarbij je wel aflost. Je kunt op een aparte rekening geld bij elkaar sparen, die je kunt gebruiken voor (tussentijdse) aflossing van je hypotheek. Ook als je na een rentewijziging veel lagere rentelasten hebt, kun je je rentevoordeel gebruiken voor het extra aflossen op je lening.

Er zijn zelfs partijen, waarbij je automatisch periodiek kunt aflossen. Bij een extra aflossing gaan je woonlasten ook nog eens omlaag, doordat je hypotheekschuld kleiner wordt. Uiteraard moet je er dan wel op letten dat je niet meer aflost dan het bedrag dat je per kalenderjaar boetevrij kunt aflossen.

Natuurlijk kun je je hypotheek ook oversluiten. Als je een laag rentetarief gaat betalen, dan kun je het geld dat je bespaart ook gebruiken om af te lossen. Bovendien kun je dan ook voor een hypotheekconstructie kiezen waarbij je automatisch meer aflost. Als je voor rentemiddeling kiest, dan hoef je niet direct boeterente te betalen. De boeterente wordt dan namelijk in je nieuwe rentetarief verwerkt.

Benieuwd naar wat jouw mogelijkheden zijn? Maak een gratis en vrijblijvende afspraak voor een kennismakingsgesprek met een hypotheekadviseur.